De 13de eeuw

Het Sint-Janshospitaal wordt opgericht in de 13de eeuw, maar het exacte oprichtingsjaar is onbekend. De oudste vermelding van het hospitaal staat in een oorkonde van de magistraten van Damme uit 1249. Damme zelf ontstond een eeuw eerder aan de dwarsdijk bij de Zwingeul. Het vissersdorp groeide snel, werd verbonden met Brugge via een kanaal en transformeerde tot overslaghaven. In 1180 krijgt Damme stadsrechten.

Het Sint-Janshospitaal is één van de vele hospitalen die in de 12de en 13de eeuw opkomen. Deze periode wordt gekenmerkt door bevolkingsgroei, verstedelijking en de geleidelijke intrede van de burgerij. Hierdoor ontstaat er nood aan onderdak voor zowel rondtrekkende kooplui, pelgrims en zwervers, als voor stedelingen die gebukt gaan onder ouderdom of ziekte. Het gasthuis staat onder het gezag van de magistraten van Damme, maar wordt beheerd door een kloosterorde van augustijnse zusters (en broeders tot 1584).
 

Monumentale zolder

Een goed bewaard burgerlijk gebouw uit de middeleeuwen is zeer zeldzaam. Het hoofdgebouw is een vroeggotisch bouwwerk met romaanse verhoudingen. Het bestaat uit een bakstenen constructie, direct aan de straat, met twee verdiepingen, een hoog zadeldak en een puntgevel met vlakke schouderstukken. De gevel bevat rechthoekige raamopeningen met rechte lateien en halfronde boogvelden, die later dichtgemetseld zullen worden. De verdiepingen worden gescheiden door waterlijsten in Doornikse steen.

De zolder van de ziekenzaal is ruim 30 meter lang, 14 meter breed en wordt overdekt met een monumentale sporenkap met 57 sporenparen. Een jaarringenonderzoek op deze balken wijst uit dat de bomen rond 1270 gekapt werden, wat de vroege chronologie van het hospitaal wederom onzeker maakt.

15de-17de eeuw: ingrijpende verbouwigen

Twee eeuwen lang verandert er weinig in het hospitaal. In de 15de eeuw lijkt er een opleving voor het Zwinstadje te komen, dankzij het stapelrecht op haring en wijn. Er wordt een nieuw, kleiner stadhuis gebouwd en een priorij opgericht. Het Sint-Janshospitaal breidt uit met een kleine vleugel aan de westzijde. Hoewel Damme in de 16de eeuw in verval raakt en de geuzen de kerken komen plunderen, wordt het hospitaal nogmaals uitgebreid. Er komt een nieuwe ziekenzaal aan de oostzijde en een keuken aan de westzijde.

In de 17de eeuw ondergaat het hospitaal ingrijpende verbouwingen. Het hoofdgebouw, oorspronkelijk één ruimte, wordt ingedeeld in onder andere een kapel, sacristie, vergaderzaal en spreekkamers. Vier spitsboogvensters in de oudste vleugel worden vervangen door barokvensters, de kapel krijgt een barokke ingang en het dak krijgt een kloktorentje. Voor enkele decennia heeft het complex ook een brouwerij, maar het grondwater blijkt te zilt om bier te brouwen. Aan het begin van de 17de eeuw wordt Damme omgebouwd tot vestingstad en doet de kapel van het hospitaal ook dienst als garnizoenskapel.

18de en 19de eeuw: revolutionaire veranderingen

Als gevolg van de hervormingen van Napoleon in 1796 komen alle godshuizen en vergelijkbare instellingen onder het Bestuur van de Burgerlijke Godshuizen te staan, een voorloper van het huidige OCMW. De zusters mogen echter blijven. Het landschap van Damme verandert drastisch door de aanleg van een nieuw kanaal tussen Brugge en de Schelde, dwars door de korenmarkt.

Gedurende de 18de en 19de eeuw wordt er opnieuw bijgebouwd, waaronder een schuur en een naaikamer. Er komt een nieuwe natuurstenen tegelvloer op de zolder en de traptoren wordt drastisch omgebouwd. Aan het einde van de 19de eeuw vinden de grote werken plaats. In 1875 komt er een rusthuis aan de noordzijde, ontworpen door Pieter Buyck, en aan de zuidzijde komt in 1908 het nieuwe Sint-Margarethagodshuis, waarvoor een deel van de ommuurde moestuin wordt opgeofferd. Het oorspronkelijke hospitaal wordt omgevormd tot oudheidkundig museum met devotionele objecten, kunst en gebruiksvoorwerpen.

1984-2014

Vanaf 1984 vinden er uitgebreide restauraties en verbouwingen plaats. De noordvleugel uit 1875 wordt afgebroken en vervangen door een hoog rusthuisgedeelte, ontworpen door Frans Van Cleven, dat aansluit aan het 13de -eeuwse hoofdgebouw. De doorgang van de kapel naar de keuken en de westvleugel worden genoveerd. Verder worden er allerhande herstellingen en herinrichtingen uitgevoerd.

Uiteindelijk sluit het museum zijn deuren. De augustijnse zusters blijven al deze tijd het bejaardenhuis ‘Rustoord Sint-Jan’ van OCMW Damme uitbaten. In 2014 verhuizen de ouderen naar Sijsele en komt het complex leeg te staan.

Bron: Agentschap Onroerend Erfgoed