De naoorlogse periode is er een van ingrijpende veranderingen, ook voor de Katholieke Kerk. Heel wat verwoeste gebedshuizen moeten opnieuw worden opgebouwd en geestelijken zoeken aansluiting bij de sterk gewijzigde wereld. Tijdens het Tweede Vaticaans Concilie zet Paus Johannes XXIII "de ramen van de Kerk open voor de frisse lucht van buiten." Een onontkoombare modernisering dringt zich op.
In die tijdgeest gaat de Nederlandse Benedictijner monnik en architect Dom Hans van der Laan (1904-1991) op zoek naar de essentie van de architectuur. Via uitgekiende proporties streeft hij naar vertraging en innerlijke rust, naar bouwkunst op menselijke schaal, verankerd in het landschap. Begin jaren '70 zien de Mariazusters van Franciscus uit Waasmunster in van der Laan de ideale vormgever van hun nieuw te bouwen klooster. De kleine gemeenschap wil zich contemplatief terugtrekken in de stilte van de natuur. van der Laan mag aan de slag in een open veld in het bos. Hij hoeft voor het eerst geen rekening te houden met bestaande gebouwen.
Wanneer het verblijf in 1975 wordt ingewijd, is werkelijk álles op elkaar afgestemd. Abdij Roosenberg is een uitgekiend totaalconcept: ook het volledig interieur en meubilair zijn van de hand van van der Laan. Elke ruimte heeft haar eigen functie en stimuleert ontmoeting, tussen de zusters, hun gasten en het omringend groen. Die kwaliteit heeft Roosenberg vandaag nog steeds. Met haar gecontroleerde verhoudingen en beheerst spel van licht en schaduw inspireert deze holistisch vormgegeven parel tot reflectie en connectie!