Sinds het najaar van 2019 kan de watermolen van de Abdij van Herkenrode weer malen. Dat is de verdienste van de gepassioneerde vrijwilligersgroep van Molenzorg Zuid-Limburg. Met de steun van Herita bouwden de vrienden het rad weer op, vernieuwden ze het binnenwerk, plaatsten ze nieuwe sluisdeuren en lieten ze het water weer omleiden. Nu doen de molenstenen weer waarvoor ze bestemd zijn en kunnen bezoekers het maalproces op interactieve wijze ontdekken. Ontmoet de vrijwilligers die dit allemaal mogelijk maken.
Een twaalftal leden van de vrijwilligersgroep zit rond de koffietafel naast het raderwerk. De geur van twee kruidige cakes vult de ruimte. “Het werk van onze vrouwen”, klinkt het.
“Waarom wij dit doen? We willen het erfgoed laten zien. We willen bezoekers het vernuft van de molens tonen. Dat is onze drijfveer”, zegt Jos Van Nuffel wiens grootvader molenaar was in Pamel in Vlaams-Brabant. Terwijl we praten, kloppen regelmatig nieuwsgierige bezoekers aan die een kijkje komen nemen. De molenvrienden leiden hen met veel liefde voor het ambacht rond.
“De kracht van onze vereniging zit hem in de verschillende vaardigheden die wij combineren”, zegt Carlo De Vocht. “Dat moet ook, want een molen heropbouwen is eigenlijk een soort meccano. Elk stukje moet weer op het volgende passen. Veel van onze mensen waren vroeger actief in de machinebouw.”
Gaspar Haldermans hielp mee aan elk aspect van de wederopbouw. “De schoepen van het rad werden op maat aangeleverd door een beschutte werkplaats. Het was een heel werk om het rad op zijn plaats te krijgen. Een mooi moment was toen één van de zusters kannunikessen van het Heilig Graf een kijkje kwam nemen. We staken haar een boor in de handen waar ze meteen mee aan de slag ging.” Marc Willems pikt in. “Het volledige binnenwerk werd bijna hoofdzakelijk met recuperatiemateriaal uitgevoerd. In de molenbouw gaat niets verloren.”
Van Nuffel is vol lof over ‘zijn’ bende. “Het zijn mannen die geen problemen kennen. Voor hen is ‘een probleem’ een uitdaging. Een geëngageerde groep kan wonderen verrichten. Dat kan je hier in de abdijmolen zelf zien.” Alsof iemand een teken heeft gegeven, veert de helft van de groep recht. “We gaan malen!”, roept iemand fier. De maalsluis wordt open gezet en het waterrad zet zich in beweging. Vandaag wordt gerst gemalen. In een mum van tijd worden twee zakken meel, bestemd voor veevoeder, opgevangen.
Hoe lang gaan die molenstenen mee, vragen we aan niemand in het bijzonder. “Ongeveer om de 50 ton meel moet je de stenen opnieuw scherpen”, zegt Gaspar. “Laat ons zeggen dat wij het niet meer gaan meemaken”, gekscheert hij. Ook dat typeert de groep. Tijdens het werk worden veel grappen gemaakt, vooral over hun leeftijd.
“Een molen moet minstens om de veertien dagen malen”, weet Carlo. “Rust roest, anders moeten we opnieuw beginnen met het restauratiewerk. Een molen die stil staat, trekt ook ongedierte aan. Dankzij de trillingen van de molen blijven de dieren weg.”
Daan Christoffels is het jongste lid van de groep. De andere leden kunnen allemaal zijn grootvader zijn. Naar eigen zeggen heeft hij een slag van de molen gekregen, want hij is absoluut gek op molens. “Als vierjarige bezocht ik samen met mijn grootvader een watermolen in Genk. Sindsdien laten molens mij niet meer los. Ik vind het fantastisch om met die eeuwenoude technieken echt producten te maken. Hier in de abdijmolen hielp ik mee aan de houten tanden voor het tandwiel, aan de sluis en aan de afstelling van de molen. Een heel werk, maar één met heel veel voldoening. Het gaf een fantastisch gevoel toen het rad de eerste keer zijn werk deed. De tanden liepen gesmeerd in elkaar.” En die oude knarren? “Van dat leeftijdsverschil merk ik weinig. We vormen een hechte, toffe groep. Ik leer veel bij van hen en ben daar dankbaar voor.”
Ook vrijwilliger worden?
Wil jij ook een verschil maken voor het onroerend erfgoed in Vlaanderen? Heb je een vraag over vrijwilligerswerk bij Herita? Onze community manager staat je met plezier te woord. Laat van je horen!