De werken in het Kasteel van Heers zorgen voor heel wat passage in de gaanderijen en de traphal. Om de mozaïekvloer tijdens al die bedrijvigheid te beschermen, won Herita het advies in van steenrestaurateur Mikal Kindt. Zij specialiseert zich al meer dan tien jaar in mozaïek en voerde een noodinterventie uit ter voorbereiding van de restauratiewerken.
Wat kan je ons vertellen over het mozaïek in het Kasteel van Heers?
Kindt: “Het was meteen duidelijk dat het een bijzonder exemplaar is met historische waarde. De mozaïeksteentjes zijn volledig met de hand gekliefd, wat wijst op productie voor het jaar 1900. Qua formaat zijn ze bovendien uitzonderlijk klein: ongeveer 13 à 14 mm². In die tijd was dat doorgaans 16 of 18 mm². Er moet dus bijzonder veel werk in de vloer zijn gekropen, goed betaald werk dat werd uitgevoerd door gespecialiseerde immigranten. Zij werden aanzien als de aristocratie onder de beroepsbevolking.
Niet alleen het uitzonderlijk klein formaat van de steentjes is opmerkelijk, ook de gebruikte techniek. Indien men dit type achtergrond wilde bekomen werd om budgettaire redenen vaak geopteerd voor een seminatovloer. Semina is het Italiaans voor ‘zaaien’: de steentjes werden dus ofwel gezaaid op de mortel, ofwel op voorhand met de mortel vermengd en vervolgens gestort. In het Kasteel van Heers is dit niet het geval. Hier zijn de meerkleurige tessere (mozaïeksteentjes) één voor één zorgvuldig naast elkaar geplaatst, op een speelse manier, en in de verse mortel gedrukt. Omdat de vloer nu zo zwaar vervuild is, zien we het verschil tussen voegmortel en steentjes niet meer zo goed. De techniek is dus niet meteen herkenbaar, maar eens je met beide voeten op de vloer staat en naar beneden kijkt, zien we dat maar liefst een 325.500 steentjes zorgvuldig één voor één naast elkaar geplaatst werden.
De bogengalerij doet vermoeden dat het mozaïek ooit deel uitmaakte van een overdekte buitenruimte."
Weten we wie de mozaïekvloer heeft gelegd?
Kindt: “Zo goed als zeker waren dat ambachtslieden uit Friuli (Noord-Oost Italië). In het laatste kwart van de 19de eeuw zette deze gemeenschap eigenhandig de mozaïekkunst terug op de kaart in België. Friuli speelde een belangrijke rol in de geschiedenis van terrazzo en mozaïek. Het is een kale, dorre streek met weinig potentieel voor landbouw. Daarom gingen bewoners creatief aan de slag met wat wel voorhanden was: stenen, rivieren en bos.
Mooi gekleurde stenen uit de rivierbekkens werden vaak geselecteerd door vrouwen en vervolgens bewerkt door mannen. Met hout uit het bos werd vuur gemaakt om kalk te stoken voor mortel. De 17de en 18de-eeuwse paleizen in het nabijgelegen Venetië waren de plekken bij uitstek waar deze gespecialiseerde ambachtslieden hun kunsten konden tentoon spreiden. Toen halfweg de 19de eeuw in Zuid-Frankrijk Romeinse mozaïeken werden ontdekt, werd deze kunstvorm plots terug enorm populair. De mozaïekleggers uit Friuli waren bij de weinigen die de techniek nog beheersten. Ze zwermden uit over heel Europa om hun diensten aan te bieden.
Louter op zicht kan ik spijtig genoeg niet bepalen welke ambachtsfamilie in het Kasteel van Heers aan het werk was, daarvoor is verdere research nodig. Het archivaal onderzoek rond het Kasteel van Heers staat echter nog in zijn kinderschoenen.”
Jij hebt best wel wat ervaring met dergelijk onderzoek, toch?
Kindt: “Klopt, het is een beetje een uit de hand gelopen hobby. Door te snuisteren in almanakken, vreemdelingendossiers en bevolkingsregisters heb ik een hele lijst met namen van 19de-eeuwse, Italiaanse mozaïsten werkzaam in België. Die passie werd aangewakkerd toen ik in 2011 het archief van de gebroeders Pellarin kreeg toegestopt van een gepensioneerde garagist in Sint-Jans-Molenbeek. Een kartonnen doos vol 19de-eeuwse correspondentie tussen architecten, aannemers, mozaïesten en familieleden, facturen en visitekaartjes. Ik was toen op zoek naar informatie over de mozaïsten Pellarin in het kader van een studie naar de vloeren van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. Hun werkplaats was het oudste mozaïekatelier in België. Ik deed een oproep in de wijk waar de familie Pellarin woonde en dat leidde tot die uitzonderlijke vondst. Vanaf toen is die geschiedenis mijn leven een beetje beginnen beheersen.”
Tijd voor een gelijkaardige oproep rond de maker van het mozaïek in Heers?
Kindt: “Absoluut, we zijn intussen wel aan de vierde generatie afstammelingen van Italiaanse mozaïsten, maar mogelijk zijn er nog steeds mensen die weet hebben van voorouders die gevloerd hebben in het Kasteel van Heers. De mozaïsten waren werkzaam in heel België en hoeven niet per se in de buurt van het kasteel te hebben gewoond. Bij deze dus een warme oproep naar iedereen die meer informatie heeft.”
Het mozaïek in cijfers
- Oppervlakte? Ca. 66,69 m²
- Aantal steentjes? Ongeveer 326.781 stuks
- Gewicht? Met ongeveer 7 gram per steentje wegen de tessere een 2.287 kg. Samen met de mortelopbouw dragen de bakstenen gewelven in de kelder een kleine 10 ton. Dat wil dus zeggen dat ca. 25% van het gewicht steentjes zijn en 75% mortel.
Welke noodingrepen heb je in deze fase uitgevoerd?
Kindt: “Normaalgezien doe ik eerst een grondig vooronderzoek en volgen effectieve ingrepen pas helemaal op het einde van een restauratieproject. Omdat in het Kasteel van Heers reeds dringende instandhoudingswerken waren gepland, moest ik meteen aan de slag met een noodinterventie om het mozaïek te fixeren door middel van grouting (injecteren met kalk onder lage druk). Ik heb dus in een vroeg stadium al doorgedreven keuzes moeten maken. Niet het meest ideale scenario, maar wel noodzakelijk in het grotere verhaal van de stabilisatie van het kasteel. Desalniettemin had deze gang van zaken ook een groot voordeel. Ik heb de aannemer kunnen adviseren om het mozaïek te beschermen met een minder gekend dampdoorlatend systeem: vilt van 100% schapenwol. Vaak word ik als steenrestaurateur pas op de werf gevraagd wanneer de aannemer de grote werken al heeft uitgevoerd. Als men dan een niet ademende beschermlaag heeft gebruikt – wat spijtig genoeg heel vaak gebeurt – is er mogelijk grote schade aangericht. Ik ben dus heel blij dat ik in dit verhaal een keer voortijdig ben geconsulteerd.”
In welke toestand trof je het mozaïek in Heers aan?
Kindt: “Door de decennialange achteruitgang van het kasteel is het mozaïek zwaar vocht belast en erg bevuild met onder meer stof en uitwerpselen van duiven. De degradatie is dus in een verder stadium dan een vloer die gebruikssporen vertoont, maar toch een minimum aan onderhoud heeft gehad. Tijdens het fixeren merkte ik dat er zwam aanwezig is. Verder onderzoek moet uitwijzen of het kelder- of huiszwam is. Er zijn gelukkig ook positieve vaststellingen: heel uitzonderlijk voor een mozaïek van om en bij de 67 m² vertoont de vloer in Heers geen barsten. Dat doet vermoeden dat het mortel slechts een laag percentage cement bevat, een materiaal waarmee toen nog volop werd geëxperimenteerd. Ik dateer het mozaïek ergens tussen 1873 en 1900, gezien het handgekliefd karakter.”
Wat kan je vertellen over de gebruikte materialen?
Kindt: "Voor steenherkenning is verder onderzoek nodig. De diep zwarte steentjes zijn zo goed als zeker ons prestigieus Belgisch, zwart marmer. Italiaanse mozaïsten noemden het nero fino. Niet vreemd, lithologisch gezien is de nero fino een kalksteen met extreem fijne korrel. Hoe fijner de korrel, hoe zwarter de steen. Deze superieure kwaliteit was wereldwijd gekend en in de tijd van de Romeinen al reeds ontdekt. Het wit is zo goed als zeker Carrarisch marmer. Het rood is een marmer uit de stratigrafische laag Frasniaan, men lijkt hier een mengeling te hebben gebruikt tussen een type Griotte en Rouge Royal. In de achtergrond hebben we een kleurenpalet aan tinten in rood, geel, oranje, beige, bruin, roze, groen en grijs. Mogelijk werd ook afvalmateriaal gebruikt van de gesteenten in de schouwen en andere sierelementen. Men werkte destijds zeer duurzaam. Mozaïsten bestelden in die tijd wel vaker 100 tot 1.000 kg afvalmateriaal bij steenhandelaars en/of steengroeves om te klieven tot mozaïek. De roze mortelopbouw (cocciopesto) op basis van kalk en gemalen baksteen is een bijkomende indicatie naar onze Italiaanse ambachtslieden."
Wat zijn de volgende stappen?
Kindt: "De oorzaak van de te grote vochtbelasting aanpakken. Een eerste noodinterventie is uitgevoerd zodat het mozaïek klaar is om de werken te trotseren. Vervolgens zal een grondig vooronderzoek uitwijzen wat de volgende stappen zijn. Het wordt sowieso een complexe restauratie en tegelijkertijd een fantastische uitdaging! Ik kan alvast vertellen dat het mozaïek na reiniging zeer rijkelijk zal zijn van kleur. Door al het stof lijkt de vloer nu monochroom, maar eigenlijk is hij zeer polychroom. Het verschil zal spectaculair zijn."
Help het Kasteel van Heers te redden!
Wil je graag een steentje bijdragen aan de restauratie van Kasteel van Heers? Dat kan op verschillende manieren!
- Kom naar een klusdag op het kasteeldomein. Gezelligheid verzekerd!
- Word lid van Herita: beleef onze historische plekken. Samen zorgen we ervoor dat ze blijven bestaan.
- Word erfgoedvrijwilliger: schenk je talent en vrije tijd aan de conservatie van onroerend erfgoed.
- Doe een gift: alle donaties, groot en klein, helpen ons een stapje dichter bij ons doel: de redding van dit unieke slot! Vermeld 'Kasteel van Heers' bij je overschrijving.