Roosenberg I
In 1237 laat Walter de Marvis (1175-1252), bisschop van Doornik, Gent en Brugge enkele zusters uit Doornik overstappen naar het Waesmonasterium in Waasmunster om daar een gemeenschap van Victorinnen op te richten. Ze leven volgens de regel van de heilige Augustinus. Walter de Marvis had ook een grote bewondering voor Franciscus van Assisi, die hij tijdens de Vijfde Kuistocht had ontmoet.
De grondideeën van de Regel van Augustinus waren opgebouwd rond de droom van de eerste gemeente van Jeruzalem. Liefde en gemeenschap stonden centraal. Het ideaal van een goed gemeenschapsleven was niets anders dan het in praktijk brengen van liefdevolle relaties. De regel van Augustinus riep op tot evangelische gelijkheid van alle mensen en tot volwaardige broederlijkheid en zusterlijkheid onder allen. Daarin klonk steeds impliciet een protest tegen de ongelijkheid in de maatschappij, die zo zwaar getekend was door hebzucht, hoogmoed en macht.
De zusters vestigen zich vlak bij de Durme en reeds in 1258 krijgen zij de officiële bevestiging van de stichting door paus Alexander IV. Leed en moeilijkheden worden hen echter niet bespaard. Hun abdij werd tweemaal verwoest tijdens de Gentse Opstanden (1379 en 1459). In 1419 brandde het gebouw af en in 1578 hielden de calvinisten er huis. Telkens werd de abdij opnieuw opgebouwd. De gemeenschap kan standhouden tot aan de Franse Revolutie, maar dan wordt de abdij verbeurd verklaard, gebruikt als kazerne en in 1797 afgebroken. De zusters worden verdreven.
Gravure van Roosenberg I uit Flandria Illustrata van Sanderus
Roosenberg II
Dank zij de vlucht van abdis Anna Maria de Crombrugge worden veel kostbare documenten gered en wordt ook de kiem gelegd voor het voortbestaan van Roosenberg. In 1830 is het Johanna Van Doorslaer van ten Rijen die met inzet van eigen middelen de overgebleven zusters opspoort om samen de abdij te herstellen. Snel komen nieuwe kandidaten zich aanmelden en de gemeenschap kan weer opbloeien.
Vanaf 1970 raakt de abdij in een nieuwe crisis. Door een gebrek aan roepingen is men genoodzaakt om – op vraag van de bisschop van Gent – over te gaan tot een fusie van de abdij met de congregatie van Mariazusters van Franciscus.
Portret van abdis Joanna Maria van Doorselaer de ten Ryen (1782-1863)
Roosenberg III
De zusters beslissen om zich terug te trekken in het groen en stellen Doms Hans van der Laan aan om hun nieuw te bouwen klooster te ontwerpen. Op 6 augustus 1975 is het gloednieuwe gebouwencomplex klaar voor de doorstart van Roosenberg III. De abdij is een modernistisch gesamttkunstwerk, niet alleen het gebouw, maar ook het volledige interieur is van de hand van van der Laan.
De zusters verblijven in Roosenberg III tot 2016, dan verhuizen de laatste bewoners naar het centrum van Waasmunster. Sinds dan is het zoeken naar een gepaste invulling voor het bijzondere abdijgebouw. Een bestemming die het unieke erfgoed van van der Laan in zijn waarde laat. In 2023 verwerft erfgoedstichting Herita de erfpacht van de Roosenbergabdij voor 50 jaar. Herita zal zich inzetten om deze historische plek toegankelijk te maken voor een breder publiek.
Roosenberg II, een ontwerp van Dom Hans van der Laan uit 1975
Lijst van abdissen
- Agnes (1238 – circa 1247)
- Gijsle (1247 – 1271)
- Aleidis (1271 – 1279)
- Beatrijs (1280 – )
- Elisabeth Mulaert (1295 – voor 1317)
- Maria (voor 1317 – voor 1331)
- Elisabeth Baef (voor 1331 – na 1333)
- Elisabeth (na 1333 – voor 1353)
- Maria Hingels (1353/1354 – )
- Maria van der Vesten ( )
- Clara van Coudenborg ( )
- Margareta van Dale ( – 1415)
- Margareta Thierens (1419 – 1432)
- Beatrijs van der Bochagen (1433 – 1474)
- Amelberga Boots (1474 – 1504)
- Judoca van Steelant (1504 – 1550)
- Francisca de Almaraz (1550 – 1583)
- Philippote Triest (1585 – 1610)
- Anna de Samillan (1610 – 1634)
- Regtna de Croeser (1634 – 1645)
- Elisabeth Goossens (1645 – 1658)
- Magdalena Daelmans (1658 – 1665)
- Anna Nonnius (1665 – 1685)
- Jacoba van der Haeghen (1685 – 1698)
- Maria Sivori (1698 – 1722)
- Ther esta de Belver (1722 – 1741)
- Isabella van Hove (1741 – 1749)
- Beatrijs van Horenbeke (1749 – 1766)
- Maria-Anna de Crombrugghe (1766 – 1812)
- Johanna van Doorslaer de ten Ryen (1832 – 1863)
- Gertrude van den Dorpe (1863 – 1866)
- Joanna van Raemdonck (1866 – 1873)
- Aloysta De Cock (1873 – 1925)
- Joanna Pintelon (1925 – 1962)
- Filomena Schatteman (1962 – 1968)