VIS A
Deze vis heeft een gemiddelde lengte van 80 à 90 cm. De vis heeft een groene tot grijsbruine gevlekte rug, een witte buik en een lange kindraad. De bovenste kaak van deze vis steekt verder uit dan de onderste. Het witte visvlees at je hoogstwaarschijnlijk al eens. Zeker in de vorm van een fish stick.
TIP = Jef, het hulpje van de molenaar, kan de moord niet gepleegd hebben, want hij ging tijdens het tijdstip van de moord graan halen in Bokrijk.
VIS B
Deze langgerekte cilindervormige vis heeft 10 baarddraden, waarvan 4 op de onderlip. De vis is bruin op de rug en flanken met 2 gele tot goudgele banden in de lengterichting. Omdat deze vis zeer actief wordt bij luchtdrukschommelingen werd hij vroeger al eens in een bokaal op de schouw gezet als weervoorspeller.
VIS C
Deze zoetwatervis heeft een lange kop en een grote, snavelachtige bek met scherpe tanden. Het lichaam heeft een groene tot grijsbruine kleur met een patroon van gele tot gouden vlekken. De buik van deze roofvis is geelwit. In de sportvisserij wordt er veel naar deze vis gehengeld.
TIP = Werkzuster Elza lag op het tijdstip van de moord ziek te bed.
VIS D
Deze kleinere zeevis is in Nederland zeer populair om te eten. De vis heeft een zilverkleurig lichaam met een grijsgroene of blauwgroene rug. Deze vis komt voor in grote scholen van soms miljoenen dieren.
TIP = Ulrich, de gezant van de Duitse Keizer, verbleef nog niet in de abdij van Herkenrode toen de moord gebeurd is.