Het bruist van historische activiteit in de kelder van erfgoedhuis Den Wolsack. Er worden diverse vooronderzoeken uitgevoerd om de stabiliteit van het gebouw te beoordelen. Een onderdeel hiervan is het vaststellen van de funderingsdiepte. Hiervoor worden proefputten gegraven in de kelder, onder archeologische begeleiding van het studiebureau Archeologie, geleid door archeoloog en medezaakvoerder Vanessa Vander Ginst. Het stabiliteitsonderzoek bepaalt de huidige fysieke toestand van de structuren, en bracht ook een aantal vondsten naar boven zoals scherven uit de 12de en 13de eeuw, dierlijk botmateriaal en oudere structuren onder de keldervloer. De vondsten werden gewassen en overgebracht naar het Antwerpse Onroerend Erfgoeddepot.
Ook gepensioneerde amateurhistoricus Marc Hendrickx spendeerde enkele dagen in de kelder om de opbouw gedetailleerd in kaart te brengen en zijn theorieën erover te staven. Hendrickx was docent Journalistiek aan hogeschool Thomas More en coauteur van boeken als 500 woorden die iedereen moet kennen. Daarnaast heeft hij ook grote interesse in bouwgeschiedenis.
Keldergewelf en gordelbogen
Van vuil en stof trekt de amateurhistoricus zich niet veel aan. Als een enthousiaste wervelwind baant hij zich een weg door de spinnenwebben en nauwe doorgangen om alles te fotografen en op te meten. Helaas soms terwijl bouwvakkers delen van het gebouw slopen. Naast zijn veldwerk doet Hendrickx al een zestal jaar aan archiefonderzoek. Op basis van Antwerpse schepenregisters van 1400 tot 1525 wil hij stukje voor stukje de huizen in interessante straten reconstrueren, waaronder in Oude Beurs. En onlangs las hij in 19de-eeuwse literatuur dat de kelder onder Den Wolsack een booggordel bevat, alsook de kelders van de panden ernaast. Dit riep de vraag op of de structuren ooit verbonden waren en in welke periode dat geweest zou kunnen zijn.
Om een eerste indruk te krijgen van de ouderdom van een kelder moet je niet omlaag kijken, maar omhoog, vertelt Hendrickx. “Je hebt een kelder en daarboven ligt een vloer. We weten enerzijds dat het gelijkvloers doorgaans even hoog ligt als het straatniveau en anderzijds dat het straatniveau gedurende de eeuwen verhoogt, wegens allerlei fenomenen. Daardoor moet het vloerniveau dus ook altijd verhogen.”
“Stel je hebt een gewelf dat heel diep ligt. Het bovenste van dat gewelf, ook wel de kruin genoemd, ligt het dichtste bij het gelijkvloers. Hoe dieper die kruin, hoe ouder dat de kelder waarschijnlijk is. Het is dus niet de vloer van de kelder die van tel is, dat kan misleidend zijn.” Volgens het grondplan van laatste historisch rapport bestaat de kelder uit vijftien delen uit drie verschillende periodes, en daar kan Hendrickx zich grotendeels in vinden. Toch heeft hij ook bemerkingen.
Kloostermoppen
“Ik weet niet waarom ze zo heten, maar met grappen hebben ze niets te maken”, lacht Hendrickx. “Kloostermoppen zijn lange, oude bakstenen. Een normale baksteen in Antwerpen is zo’n 18 centimeter lang, maar oudere exemplaren zijn een voet lang. Zo’n 28 centimeter dus. De gangbare theorie is dat men in de 13e, 14e eeuw, werkte met bakstenen van die aard en dat men ze geleidelijk aan verkleind heeft. Als je een groep van zo’n stenen vindt, dan is er iets aan de hand, dat wijst op een oudere structuur.”
Hendrickx meet de kloostermoppen.
Er woedde ooit een brand in de Oude Beurs, toen werd het nog ‘Bullinck’ genoemd, en Hendrickx vermoed dat bakstenen van een ouder afgebrand gebouw hergebruikt werden in de keldermuren van het huidige. Deze kloostermoppen vinden is niet zo makkelijk want de muren zijn beschilderd met kalkwit of bepleisterd, en niet elke ruimte is goed belicht. Hij hoopt ook goede foto’s te maken zodat de groeven in de stenen nog bestudeerd kunnen worden door een specialist.
Verder dook Hendrickx in nissen op zoek naar sporen van afgebroken trappen, bestudeerde hij de resten van stenen straatmeubilair die in een kelderdeel terecht zijn gekomen en bekeek hij grondig het mogelijks dichtgemetselde doorgang naar de kelder van de buren. Kortom, er zijn een heleboel nieuwe puzzelstukjes verzameld en het is nog afwachten hoe ze in elkaar passen.