Wij vinden Herkenrode best een indrukwekkende plek om te bezoeken, maar wist je dat er vroeger nog véél meer te zien was? Een imposante abdijkerk bijvoorbeeld. Spijtig genoeg is daar vandaag niets meer van te zien. Landmeter op rust Marc Willems maakte er zijn missie van om het historische hart - het ware gelaat van Herkenrode - te onthullen uit de mist der tijd. Hij slaagde erin om in zijn vrije tijd de contouren van de verdwenen abdijgebouwen in drie dimensies in kaart te brengen. Een bijzondere prestatie, die nu wordt bekroond en vereeuwigd. Marcs vrijwilligersonderzoek vormt immers de basis voor een nieuwe, monumentale kunstinstallatie door Gijs Van Vaerenbergh op Herkenrode.
Wat vind je ervan dat jouw werk wordt vereeuwigd in een monumentale kunstinstallatie?
Ik was verrast toen ik het hoorde! Het geeft voldoening. Ik heb veel tijd in het 3D model gestoken en nu gaan meer mensen het resultaat van mijn onderzoek kunnen zien. Ik ben van mening dat wetenschap moet worden gedeeld, maar zelf publiceer ik niet. Ik vertel liever aan mensen. De resultaten van mijn studie zitten in een digitale Autocad tekening. Als deze niet goed wordt bewaard, dan is ze verloren. Hetzelfde geldt voor kartonnen maquettes. Met de kunstinstallatie in Cortenstaal ben ik zeker dat het model nog lang zal blijven leven, ook wanneer ik er zelf niet meer ben.
Hoe maak je een 3D model van iets dat al honderden jaren verdwenen is?
Door verschillende bronnen samen te leggen, kan je best veel te weten komen. Het zijn allemaal kleine puzzelstukjes die in elkaar passen en samen een groter geheel vormen. In mijn onderzoek heb ik me gebaseerd op de archeologische opgravingen die ik in de periode 2004-2005 als vrijwilliger bijwoonde. Ik heb toen in mijn vrije tijd de opmetingsschetsen digitaal ingetekend op de kadasterkaart. Die gegevens heb ik vervolgens naast historische bronnen en studies gelegd.
Heb je dan vooral informatie gehaald uit oude illustraties?
Veel, maar zeker niet alles. Er is een bekende kopergravure van Remacle Leloup, maar die is niet nauwkeurig. De nog bestaande tiendenschuur is er bijvoorbeeld te klein op afgebeeld. Waarschijnlijk omdat de tekenaar niet genoeg plek over had aan de linkerzijde van zijn tekenveld. Leloup geeft een beeld op de kerk uit het zuiden, alle gebouwen die achter de kerk lagen, kan je er niet op zien en blijven dus een blinde vlek.
Er is ook een kaart van Peter Meysman uit ca. 1670. Het is een bovenaanzicht getekend op vraag van de abdis. De vlakke tekening toont de gebouwen in perspectief. Daardoor zijn ze nogal vervormd en niet maatvast. Je kan er dus geen gebouwhoogtes of andere afmetingen op aflezen.
Kopergravure van Remacle Leloup (1694 – 1746). Links herkennen we de tiendenschuur. Vermoedelijk werd deze tekening gemaakt vanuit het torentje op het poortgebouw.
Marc Willems bij de maquette van Gijs Van Vaerenbergh. Zijn onderzoek vormt de basis voor het nieuwe kunstwerk op Herkenrode.
Hoe bepaalde je dan wel de juiste afmetingen van de volumes?
Door verschillende data samen te leggen. Voor de abdijkerk heb ik aangenomen dat de galerij rond de kerk dezelfde hoogte had als deze in het nog bestaande vakwerkgebouw voor het verblijf van de koordames, namelijk 3 meter breed en 4 meter hoog. Het 17de-eeuwse altaar van de kerk van Herkenrode staat nu in de Virga Jessebasiliek in Hasselt. Ik ging het opmeten en bepaalde zo de minimumhoogte van de originele kerk, namelijk 13 meter. De originele glasramen - echte topstukken - bevinden zich vandaag in de kathedraal van Lichfield bij Birmingham. Ieder paneel heeft een afmeting van 56 op 56 cm. We weten ook hoeveel panelen elk glasraam in het dameskoor bevatte. Op die manier kon ik de hoogte van de ramen berekenen. Onder die ramen heb ik nog een zone van 4 meter hoog bijgeteld, want daar hingen de schilderijen die nu worden bewaard in de Sint Quintinus kathedraal van Hasselt. Uit de tekening van Remacle Leloup heb ik afgeleid dat het dak van de kerk zo hoog was als de breedte van kerk.
Voor de verdwenen delen van de abdij die niet archeologisch werden onderzocht, ging ik kijken op het opmetingsplan van L.B. Dewez. Deze architect werd gevraagd om een nieuw ontwerp te maken voor de abdij. Daarom bracht hij rond 1770 de bestaande gebouwen in kaart. Van zijn nieuwe ontwerp werd enkel het abdissenkwartier gerealiseerd. Het niveauverschil tussen de verschillende vloeren wordt er nauwkeurig door het aantal trapjes weergegeven. Ook de bouwcontracten tussen Mechtildis de Lexhy en Conrat Neurenbergh waren een belangrijke bron van informatie, want ze gaven inzicht in de bestemming en het uitzicht van de gebouwen.
Een project om trots op te zijn!
Trots vind ik zelf een groot woord. Mijn echtgenoot is het zeker wel. Hij zegt altijd dat ik te bescheiden ben (lacht).