De vooronderzoeken in het kader van de restauratie van het Kasteel van Horst zijn afgerond. Wat zijn de belangrijkste lessen die we hebben geleerd over de bouwgeschiedenis van het waterslot?
1. Ondergrondse sporen bewijzen 14de eeuwse bewoning
Het huidige kasteel verkreeg zijn uitzicht tussen de 15de en 17de eeuw. Toch zitten er onder de grond heel wat oudere bouwsporen die ons meer vertellen over eerdere bewoning op de site. Verschillende funderingen in ijzerzandsteen onder de huidige gebouwen dateren uit de 14de eeuw. Horst was toen nog geen kasteel maar eerder een versterkte hoeve. Opvallend: er werden ook restanten van bewoning in de grachten gevonden, buiten de footprint van het huidige kasteel.
2. De donjon en woonvleugel werden samen gebouwd
De vierkante donjon en aanpalende woonvleugel werden samen gebouwd tussen 1420 en 1430. Samen met de toegangspoort en het restant van de weermuur zijn dit de oudste delen van het kasteel van Horst. In het interieur zijn de kaarsennissen in de ridderzaal erg typerend voor deze vroege bouwfase.
Het kasteel van Horst telde naast de vierkante donjon in zijn beginfase nog twee andere ronde torens. In 1489 werd het kasteel werd voor het eerst vernield in de opstand tegen Maximiliaan van Oostenrijk. De donjon, een statussymbool, werd als eerste hersteld en kreeg nu de toevoeging van een torenspits. Een nieuw archiefdocument bevestigt deze eerdere hypothese. De derde ronde toren, de enige die tot op vandaag nog overeind bleef, werd vermoedelijk in deze herstelfase gebouwd.
3. Bouwfase in 16de eeuw gaf kasteel veelhoekige vorm
De bouwfase van de 16de-eeuw is kenmerkend voor de verdere uitbouw van het kasteel tot polygonaal kasteel. Het trappenhuis met rechte trap, opnieuw een statussymbool, en de verdieping boven de ridderzaal met ‘Brabantse wand’ werden toegevoegd. Op het einde van de 16de eeuw was het kasteel helaas opnieuw in slechte staat door de vernielingen van de godsdienstoorlogen.
In de 17de eeuw kwam het huidige exterieur én interieur tot stand . Olivier van Schoonhoven verbouwde het kasteel opnieuw grondig en liet zijn wapenschild veelvuldig achter in het kasteel: op de consoles in de west- en noordvleugel, op de dakkapellen met schilddragende leeuwtjes en boven twee toegangsdeuren op de binnenkoer. Ook de muurschilderingen op de 1e verdieping werden door hem besteld. Zijn nichtje Maria Anna Van den Tympel liet midden 17de eeuw een nieuwe kapel bouwen en decoreerde drie ruimten met stucplafonds van Jan Christiaan Hansche. Ook het koetshuis dat haar initialen draagt werd door haar gebouwd.
4. Het 'verbrand kwartier' werd in 1778 afgebroken
Sinds de 18de eeuw werden er geen grootschalige verbouwingscampagnes meer ondernomen in het kasteel. Het kasteel stond namelijk grotendeels leeg. Een nieuw archiefdocument omschrijft de afbraak van de oostvleugel in 1778. Deze vleugel werd toen al het ‘verbrand kwartier’ genoemd en was in slechte staat. Het gebruik van het kasteel in de 19de een 20ste eeuw omschrijven we in een volgende blogpost.