Met meer dan 30 jaar ervaring in de sector, mag Chris Stijnen zich een restauratie-expert noemen. Vandaag werkt hij als werfleider van Renotec aan het Kasteel van Heers. Zijn deskundigheid op het gebied van houten structuren en zijn oplossingsgericht denkvermogen kwamen al goed van pas tijdens stabiliteitswerken in en rond het kasteel. Zo hielp hij onder meer met de herstelling van het dak van de tiendenschuur en de instandhoudingswerken in het kasteel en de boerderij. Een gesprek.
Na jaren van verval wordt het Kasteel van Heers gerestaureerd. Wat is de grootste uitdaging?
Stijnen: “Het begint natuurlijk met een goede planning. Als die er niet is, kan er ook niet gewerkt worden. Daarnaast vormt de omvang van de site op zich ook een uitdaging. Het is niet alleen het kasteel, maar ook de boerderij en de tiendenschuur die hersteld moeten worden. Dat is niet niks. Neem nu bijvoorbeeld de tiendenschuur, die is enorm – zelfs de grootste van Vlaanderen qua opslagcapaciteit. We hebben daar al dringende herstellingswerken uitgevoerd en vorige zomer moesten we er na de doortocht van storm Eunice ook het nooddak repareren. De houten balken die we daarvoor gebruikt hebben, waren immens. Zo’n klus herinnert je eraan dat het hier niet gaat om alledaagse werken, maar om een kolossaal project.”
Het poortgebouw staat volledig in de steigers.
Het dak van de tiendenschuur werd vorige zomer gerepareerd.
Welke werken voeren jullie nu uit?
Stijnen: “Door jaren van familieruzies en geldproblemen is het kasteel helemaal onderkomen geraakt. Op verschillende plaatsen zaten er gaten in de vloer en viel het plafond naar beneden. Eigenlijk stond het kasteel op instorten. Op dit moment zijn we dus vooral bezig met stabiliteitswerken. We zorgen er met andere woorden voor dat het kasteel niet verder in puin kan vallen. Dat is belangrijk om veiligheidsredenen, maar ook om het gebouw zo intact mogelijk te kunnen bewaren. Ook in de gebouwen rondom het kasteel doen we instandhoudingswerken. Zo hebben we in de tiendenschuur nu een extra ruimtestelling geplaatst om het gebinte te ondersteunen en hebben we trekkers geplaatst in de koestallen om de muren bij elkaar te houden. Verder werken we ook aan het poorthuis. Dat is een van de kleinste gebouwen in het project, maar wel een van de meest complexe qua denkwerk en aanpak. Het dak en een deel van de achtermuur zijn er ingestort, waardoor de moerbalken nu in de lucht zweven. Om het gebouw opnieuw veilig en toegankelijk te maken moeten we het eerst deels demonteren en daarna stabiliseren wat er nog van overschiet.”
En in het kasteel zelf, is het daar ondertussen veilig?
Stijnen: “In het kasteel hebben we toch ook het een en ander moeten verstevigen. Denk maar aan de noordwestelijke toren: die was helemaal aan het verzakken. Om die toren te vrijwaren hebben we een stelling gebouwd vanuit de kelder helemaal tot aan het dakspant. Zo wordt de originele toren bewaard en kunnen we er op een veilige manier in werken om hem te restaureren. Oorspronkelijk hadden we in het kasteel voornamelijk stutten geplaatst om de moerbalken te ondersteunen, maar ondertussen zijn we op heel wat plaatsen overgeschakeld naar ruimtesteigers. De plafonds zijn hier soms meer dan vier meter hoog; om daaraan te kunnen werken, komen zulke grote stellingen beter van pas. Dankzij de steigers hebben we het authentieke en kostbare stucwerk op de plafonds al veilig kunnen stellen. De kwetsbare delen, zoals tekeningen en ornamenten, worden nu ondersteund met luchtkussens. Later zullen ze gefixeerd worden met een soort Japans papier en extra onderstut worden om het originele stucwerk zo goed mogelijk te bewaren. Verder hebben we ook doorgangen gecreëerd tussen de stellingen, zodat Herita nog steeds bezoekers kan ontvangen in het kasteel. Tijdens een gegidste rondleiding kan je zo op een veilige manier de werf bezoeken en de herstellingswerken van dichtbij bewonderen.”
Herita past in al haar projecten het principe van de lerende werf toe. Vrijwilligers en cursisten in opleiding worden betrokken bij de restauraties. Wat vind je van dat concept?
Stijnen: “Ik vind dat een fantastisch concept. Herita verwelkomt vrijwilligers op hun sites en laat hen ook effectief helpen bij de restauratiewerken en andere klussen. Dat is toch wel uniek in deze branche. Het is heel lonend om samen te werken met vrijwilligers: zij willen de handen uit de mouwen steken en wij kunnen die helpende handen goed gebruiken. Natuurlijk is het altijd even zoeken om de juiste mensen op de juiste plaats te zetten, want iedereen heeft z’n eigen talenten. Maar er is ook tijd en ruimte om al doende te leren. Dat vind ik er zo mooi aan: ik leer zelf ook elke dag nog bij.”
Wat heb je hier dan al geleerd?
Stijnen: “Wel, het Kasteel van Heers heeft een unieke vloer- en plafondopbouw. Ik heb al in verschillende historische gebouwen gewerkt, maar zoiets ben ik nog niet vaak tegengekomen. Normaal gezien zijn de moerbalken – die het gewicht van de verdieping erboven dragen – zichtbaar in het plafond. Een zichtbaar houten geraamte is typisch voor oudere gebouwen, denk maar aan de meeste kastelen of zo’n typisch Ardens huisje. Maar hier in Heers is dat dus niet het geval; hier hebben ze de moerbalken weggewerkt. Ze zitten verstopt tussen het plafond en de vloer van de verdieping erboven. Dit is bijzonder, maar het maakt er ons werk niet gemakkelijker op. Omdat de balken verstopt zitten, moeten we kijkgaten maken in de plafonds en vloeren. Alleen zo kunnen we nagaan of de balken nog wel in goede staat zijn.”
Hebben die kijkgaten al dingen opgeleverd?
Stijnen: “Absoluut! Hier en daar moesten er moer- en kinderbalken extra gestut worden, omdat ze niet meer intact waren. De kijkgaten hebben dus zeker hun nut al bewezen. We hebben dankzij die gaten trouwens ook ontdekt dat sommige vloeren hier op zavel liggen, dat is een soort van kiezelzand. Op zich is dat niet heel gek: vroeger werden de vloeren van huizen vaak op zand gelegd. Maar bij de bouw van een kasteel was dat niet gebruikelijk. Wat het extra bijzonder maakt, is dat het niet bij elke vloer zo is. Dat vind ik enorm interessant, want het toont aan dat er op een bepaald moment iets gebeurd moet zijn waardoor ze besloten hebben het op die manier te doen. Zo doe je steeds nieuwe ontdekkingen over de geschiedenis van het gebouw.”
Een kijkgat in het plafond legt de balk erboven bloot.
Mikal Kindt, die de mozaïekvloer is komen fixeren, vermoedt dat die oorspronkelijk door een Italiaanse familie gelegd is. Wat denk jij daarover?
Stijnen: “Nu je dat zegt, vallen er wel een paar dingen op z’n plek. Het stucwerk hier in Heers is een knap staaltje vakmanschap. Vroeger maakten ze plafondrozetten ook vaak in hout, omdat dat gemakkelijker te bewerken is. Maar hier zijn ze allemaal gemaakt van kalk; het is dus echt pleisterwerk. Als er ooit Italianen aan de mozaïekvloer gewerkt hebben, zijn die rozetten misschien ook van hun hand. De Italianen waren vroeger namelijk heer en meester in het pleisterwerk. Ook die verstopte moerbalken en vlakke plafonds zou dan wel eens door Italiaanse invloeden kunnen komen. Het is alleszins niet iets dat je in onze streken vaak ziet. Het zou dus goed kunnen dat er Italiaanse vakmannen hier aan het werk zijn geweest! Interessant, toch, zo van die ontdekkingen! Opeens vallen alle puzzelstukjes in elkaar.”
Je werkt al meer dan 30 jaar in de restauratieve schrijnwerkerij, maar je blijft verwonderd. Doet het jou nog veel om zo in een kasteel te mogen werken?
Stijnen: “Zeker en vast. Ik ben eigenlijk wel fier dat ik in een kasteel mag rondlopen en erin mag werken. Ik ben er in de loop der jaren al in verschillende geweest, maar het blijft toch een speciaal gevoel. Natuurlijk is elk kasteel anders, en heeft elk kasteel ook z’n eigen gebreken, want anders zou ik er niet moeten langskomen. Maar ik vind het fantastisch dat ik kan helpen om ze weer in hun oude glorie te herstellen.”
Wil je de werken in het kasteel ook wel eens van dichtbij bekijken? Elke tweede en vierde zondag van de maand leidt een gids je rond in het Kasteel van Heers. Lees er hier meer over.
Help het Kasteel van Heers te redden!
Wil je graag een steentje bijdragen aan de restauratie van Kasteel van Heers? Dat kan op verschillende manieren!
- Word lid van Herita: beleef onze historische plekken. Samen zorgen we ervoor dat ze blijven bestaan.
- Word erfgoedvrijwilliger: schenk je talent en vrije tijd aan de conservatie van onroerend erfgoed.
- Doe een gift: alle donaties, groot en klein, helpen ons een stapje dichter bij ons doel: de redding van dit unieke slot! Vermeld 'Kasteel van Heers' bij je overschrijving.