Detail Paleis op de Meir
Op zoek naar botanische decoraties in het Paleis op de Meir
Door de eeuwen heen drukten verschillende roemruchte eigenaars hun eigen stempel op het Paleis op de Meir. Een wandeling door het pand is dus een ontdekkingstocht langs verschillende stijlperioden. Als opmaat voor de Floraliën in het Paleis op de Meir gingen wij op zoek naar de botanische motieven in elk van die decoratiestijlen. Met deze rijke vormentaal gaan de floristen van de bloemenexpo in dialoog ... of contrast.  

Rococo

Jan-Pieter Van Baurscheit de Jonge, één van de meest toonaangevende bouwmeesters uit de Oostenrijkse Nederlanden, ontwierp het Paleis op de Meir in 1745. Hij was initieel beeldhouwer, samen met zijn vader, maar na diens overlijden schakelde hij over naar de bouwkunst. Hij realiseerde tal van gebouwen, meestal volgens de principes van de rococo, een stijl die hunkert naar huiselijke geborgenheid. Daarom gaat ze creatief om met de geijkte vormen van de voorgaande barokperiode.

Tijdens de rococoperiode krijgen gebogen lijnen de voorkeur op rechte. Wellicht omdat men in deze tijd gefascineerd raakt door het verre Oosten. In China werden gebogen lijnen al veel eerder toegepast in onder meer meubilair. Geen wonder dus dat de gebogen lijn ook in Europa een intrede doet. Aanvankelijk worden de decors in de interieurs nog symmetrisch uitgevoerd, maar ten tijde van Lodewijk XV (1710-1774) krijgt asymmetrie de voorkeur. Geliefde plantenmotieven die je ook in het Paleis op de Meir terugvindt, zijn de palmet (een gestileerde zuiderse palm) en het acanthusblad.

Schelp met symmetrisch palmet in het protrettensalon.

Wandstoffering met symmetrisch bloemenpatroon. 

Rijkelijk gedecoreerde lambrisering in de traphal. 

Vergulde plafonddecoratie met asymmetrische elementen. 

Empire

Van 1794 tot 1814 is Antwerpen in Franse handen. Napoleon vat het plan op om de Antwerpse haven uit te bouwen tot de belangrijkste militaire haven van zijn rijk. Hij koopt het Paleis op de Meir als verblijfplaats en geeft keizerlijk architect Pierre Fontaine de opdracht om het pand te verbouwen. Het geheel wordt omgevormd tot vier appartementen. Beneden worden residenties ingericht voor de hofdame en de hofmaarschalk, boven voor de keizer en de keizerin.   

De volledige herinrichting gebeurt in empire stijl, de eigen stijl van het keizerrijk van Bonaparte. Aan het dan gangbare neoclassicisme worden napoleontische heerserssymbolen toegevoegd, zoals de adelaar en de lauwerkrans. Speciaal ontworpen empiremeubilair en empirestoffering zorgen ervoor dat alles één geheel vormt. Zelfs op het behang vinden we empire symbolen terug.

Napoleon zou echter nooit verblijven in zijn Paleis aan de Meir. Na zijn nederlaag in Waterloo (1815) en zijn verbanning naar Elba komt de keizerlijke residentie in handen van Willem I, koning der Nederlanden. 

Kopen die handel  

In 1803 wordt Napoleon ontvangen door de Antwerpse burgemeester Werbrouck. Die laat voor de gelegenheid vuurwerk afsteken op de Meir. Het paleis zou toen de hoogste woonst van Antwerpen zijn geweest. De toeschouwers op de belvedère stonden dus hoger dan de keizer. 'Kopen die handel', dacht Napoleon. 

Lauwerkransen met bloemmotief.

Vergulde lauwerkrans in de balkonzaal. 

Lotusbladeren en overwinningsfiguur. 

Wanden bekleed met origineel empirezijde, overgebracht van de keizerlijke residentie in Amsterdam. 

Eclecticisme

Een tijdsprong naar 1885. In dat jaar wordt de Wereldtentoonstelling in Antwerpen georganiseerd. Het Paleis op de Meir is intussen in handen van het Belgische Koningshuis. In het kader van de expo geeft Leopold II zijn architect Octave Flanneau de opdracht om de salons in de linkervleugel van de eerste verdieping te verbouwen. De ruimtes worden omgetoverd tot een spiegelzaal voor feesten en banketten. Flanneau vindt inspiratie bij de classicistische spiegelzaal van het Palazzo Borromeo op Isola Bella (Lago Maggiore, Italië).

In 1905 wordt er een laatste ingrijpende esthetische verbouwing in het paleis uitgevoerd. Aanleiding is de 75ste verjaardag van België. Leopold II laat de verbindingsgalerij optrekken, voorziet de balkonzaal van een erker met zicht op de binnenkoer en laat het interieur onder handen nemen. Op verscheidene plaatsen laat hij zijn monogram toevoegen. Twee ineengestrengelde letters L met ingewerkt stermotief van de onafhankelijke Congostaat.

De toevoegingen ten tijde van Leopold II kaderen in het eclecticisme, een stijlperiode die een uitdrukking is van belangrijke maatschappelijke omwentelingen, met name de steeds verder groeiende industrialisatie en de zoektocht naar een nieuwe sociale structuur na de val van het ancien regime. Aristocratische interieurs blijven verder borduren op de klassieke vormentaal en gebruiken daarbij elementen uit zowel de barok-, de rococo- als de neoklassieke periode. Het resultaat is een vaak rare mix van de diverse stijlen. Om die verschillende elementen toch te laten samenkomen tot één geheel, gebruikt men vaak stoffering en extravagante vergulding. De spiegelzaal van het paleis is een treffend voorbeeld.

Het einde van de klassieke vormentaal

Het gebrek aan nieuwe inspiratie in het eclecticisme leidt tot het einde van de klassieke vormentaal in de architectuur en de interieurs. Na deze periode komen geheel nieuwe stijlen aan zet: de art nouveau en de art deco. Deze stijlen vinden we niet terug in het Paleis op de Meir. 

Eclectische ornamentatie in de spiegelzaal

Extravagante vergulding en stoffering